Responsive image

Artikel 6 Geschilbeslechting door de raadgevende commissie

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 6 Geschilbeslechting door de raadgevende commissie

1. Op verzoek van de belanghebbende aan de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten stellen die bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 8 een raadgevende commissie (een „raadgevende commissie”) in indien:

a)

de klacht van die belanghebbende op grond van artikel 5, lid 1, werd afgewezen door minstens één maar niet alle bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten, of

b)

de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten de klacht van de belanghebbende hadden aanvaard, maar binnen de in artikel 4, lid 1, vastgestelde termijn geen overeenstemming hebben kunnen bereiken over de beslechting van het geschilpunt in onderling overleg.

De belanghebbende kan een dergelijk verzoek enkel doen indien, overeenkomstig de toepasselijke nationale regels tegen de in artikel 5, lid 1, bedoelde afwijzing, geen beroep kan worden ingesteld, geen beroep aanhangig is of de belanghebbende formeel afstand heeft gedaan van zijn recht van beroep. Het verzoek bevat een verklaring in die zin.

De belanghebbende doet het verzoek om een raadgevende commissie op te richten schriftelijk, uiterlijk vijftig dagen na ontvangst van de kennisgeving op grond van artikel 3, lid 5, of artikel 4, lid 3, of uiterlijk vijftig dagen na afgifte van het besluit door de betrokken rechtbank of gerechtelijke instantie krachtens artikel 5, lid 3, naargelang het geval. De raadgevende commissie wordt uiterlijk 120 dagen na ontvangst van het verzoek ingesteld; zodra dat is gebeurd, stelt de voorzitter van deze commissie de belanghebbende daarvan onverwijld in kennis.

2. De in het geval van lid 1, onder a), ingestelde raadgevende commissie neemt binnen zes maanden nadat zij is ingesteld een besluit over de aanvaarding van de klacht. Zij stelt de bevoegde autoriteiten in kennis van haar besluit binnen dertig dagen na de vaststelling ervan.

Indien de raadgevende commissie heeft bevestigd dat aan alle voorschriften van artikel 3 is voldaan, wordt op verzoek van een van de bevoegde autoriteiten de procedure voor onderling overleg van artikel 4 opgestart. De betrokken bevoegde autoriteit stelt de raadgevende commissie, de andere betrokken bevoegde autoriteiten en de belanghebbende van dat verzoek in kennis. De in artikel 4, lid 1, genoemde termijn begint vanaf de datum van de kennisgeving van het besluit dat de raadgevende commissie betreffende de aanvaarding van de klacht heeft genomen.

Indien geen van de bevoegde autoriteiten binnen een termijn van zestig dagen na de datum van de kennisgeving van het besluit van de raadgevende commissie heeft verzocht om de procedure voor onderling overleg op te starten, brengt de raadgevende commissie overeenkomstig artikel 14, lid 1, advies uit over de beslechting van het geschilpunt. In dat geval wordt, voor de toepassing van artikel 14, lid 1, de raadgevende commissie geacht te zijn ingesteld op de datum waarop de termijn van zestig dagen verstrijkt.

3. In het geval van lid 1, eerste alinea, onder b), van dit artikel brengt de raadgevende commissie overeenkomstig artikel 14, lid 1, advies uit over de beslechting van het geschilpunt.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.